In de film The Brutalist (2024) is László Tóth een Joodse architect die vlucht naar Amerika en carrière probeert te maken in opdracht van een corrupte Amerikaanse zakenman Harrison Lee Van Buren. Naar aanleiding van deze film las ik een bericht van de beroemde architect Daniel Libeskind als reactie op de film. Daniel Libeskind is de architect van het Joods museum in Berlijn en was supervisor van Ground Zero in New York. Ik vind zijn persoonlijke fascinatie voor het drama in deze film opmerkzaam en probeer na te gaan hoe dit komt.

Libeskind vraagt zich af: wat betekent de titel, de brutalist? En stelt vervolgens: is de brutalist het verstand van de architect als tegenwicht van de brutaliteiten in de wereld? Of is de brutalist het symbolisch verzet tegen totalitaire regimes in de 20ste eeuw? En aansluitend, draagt de architectuur voortaan een litteken als gevolg van deze geschiedenis?

Zijn antwoord op deze vragen is dat hij vindt dat de architectuur in de film naast een stijl van abstracte geometrische vormen en monumentale materialen, vooral een uitdrukking is van de spanningen in onze maatschappij. Ik vind dit juist een zwakte van de film. Op sommige momenten is de emotionele ontwikkeling van de karakters zo kinderachtig, dat ik met ongeloof en weerzin naar de film zat te kijken. De spanningen die door het gedrag van deze personages wordt opgeroepen horen mijn inziens thuis in een gekkenhuis.

Anderen zullen wellicht vinden dat dit een bewuste bedoeling is van de film in relatie tot de architectuur die wordt afgebeeld. Je moet een beetje gek (of geniaal) zijn om dit soort gebouwen te ontwerpen en realiseren. Misschien is dit een opzettelijke boodschap van de regisseur geweest. Maar daar is mij de stijl van de architectuur, waarnaar deze film verwijst, in veel gevallen te gevoelig en poëtisch voor. Misschien onderschat ik de gekte die ervoor nodig is. Wie zal het zeggen? De werkelijk is vreemder dan fictie, maar niet voor de brutalist.

De regisseur van The Brutalist zal misschien zeggen: betaalde seks is ook liefde, want er is sprake van wederzijdse instemming. Ik zie dit anders. Beter gezegd, de sentimenten die de regisseur Brady Corbet de kijker voorschotelde waren aan mij niet besteed. Wat niet wil zeggen dat er geen mensen zijn (opdrachtgevers en architecten) die zich op deze manier gedragen, en de film dus in zekere zin een afspiegeling is van de werkeljkheid. Maar vraag me alsjeblieft niet om dit gedrag normaal te vinden, laat staan te bewonderen of verheerlijken via cinema op een beeldscherm onder het mom van artistieke pretentie of de gedachte dat de film anders niet interessant genoeg zou zijn of tot voldoende discussie en/of ophef zou leiden om de aandacht te trekken van een groter publiek.

Wat sprak mij wel aan in de film? Allereerst de intensiteit van het spel door acteur Adrian Brody en ten tweede de geloofwaardige presentatie van de architectonische visie: Tóth maakt een maquette en overtuigt de tegenstanders in een kleine gemeenschap om de bouw toe te staan door een nadruk te leggen op de symboliek van het gebouw. Dit klopt met de werkelijkheid van architectuur.

Licht vindt in het ontwerp van Tóth toegang door middel van een uitsnede. Deze architectonische aanpak resoneert bij Libeskind: het idee van ruimte als een leegte. Leegte die licht en helderheid kan geven. Leegte doe je blik hemelwaarts kan richten. Een ruimte die open is. Een gevoel van ordening, meditatie en zingeving. Terwijl een tegenovergestelde associatie ook mogelijk is: leegte in de zin van, zonder betekenis, nietszeggend, hol, duister, alles ter discussie stellend, als een zwart gat, kortom: een hel.

Van Buren LibraryAfbeelding: architect László Tóth (Adrian Brody) in de door hem gerenoveerde bibliotheek van Harrison Lee Van Buren (Guy Pearce). (Corbet, 2024)

We leren in de film begrijpen dat de architect Tóth de bedoeling had met zijn moderne stijl de ruimte te verschonen van tradities, gewoontes en gebruiken. Maar de rijke Harrison Lee Van Buren ziet dit anders en ervaart de ingreep van Tóth als vervuiling. Hij is beledigd door de moderne stijl: een architectonische stijl die refereert aan collectieve idealen en indrukwekkende ruimtelijke composities. Of dit democratische idealen zijn, wordt door de film niet duidelijk gemaakt. Libeskind vindt van wel. Ik ben hier niet zo zeker van, omdat de interpretatie afhankelijk is van hoe er met de architectuur wordt omgegaan. Met andere woorden: wat voor de één een bevrijding is door het plaatsen van een muur, kan voor de ander een gevangenis betekenen.

Libeskind ziet iets van zichzelf in László Tóth, want László corrumpeert door zijn eigen ambitie als architect. “There is no other way to build architecture,” stelt Libeskind. Ik vind dit een sombere en cynische boodschap van deze beroemde architect en supervisor van Ground Zero in New York. “There is no idea of design, but only of profit,” voegt hij toe en sluit af met: “Architecture is (…) a commodity of the capitalist economy.”

Hier is iets merkwaardigs aan de hand. De ontwerpen van Libeskind krijgen internationaal aandacht en worden door vakgenoten geprezen. Had hij hoop dat zijn ontwerp voor de uitbreiding van het Joods museum in Berlijn meer vrede zou brengen in de wereld en is hij gedesillusioneerd over de impact die zijn gebouw voor de wereldvrede heeft? Is hij vergeten dat hij de architect is van het Holocaust Namenmonument dat naar schatting zo’n 14,6 miljoen euro kostte?

Libeskind wijst ons op de symbolische openingscène in de film met het vrijheidsbeeld als László Tóth met de boot aankomt in New York. De scene is afgeleid van de openingsscène in The Godfather II, ook een film over Amerikaanse corruptie. Het vrijheidsbeeld symboliseert hoop op vrijheid, mensenrechten en een betere toekomst voor immigranten. Een Romeinse godin draagt de fakkel van de vrije wereld – een cadeau van het Franse volk gemaakt door de beeldhouwer Frédéric Auguste Barthold in samenwerking met Gustave Eiffel – en wijst ons op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (1776).

“We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness.”

Maar deze waarheden blijken een leugen te zijn – in die zin geef ik Libeskind gelijk. Dit Amerikaanse symbool heeft zeggingskracht en geloofwaardigheid verloren. Sterker nog, er is op dit moment in de Verenigde Staten een beeldenstorm aan de gang: want het lijkt er sterk op dat Donald Trump zelf de fik in de Onafhankelijkheidsverklaring wil steken, wat critici terecht hedofascisme (Lijster, 2025), of eindfasefascisme noemen. (Klein & Taylor, 2025)

Brutalist Architect sketchingAfbeelding: László Tóth maakt schetsen met houtskool. (Corbet, 2024)

Is de corruptie toch ergens goed voor? vraagt de architect zich af. Er is geen architect die met houtskool tekeningen maakt. Dat is meer iets voor een regisseur die zich een architect voorstelt als een romantisch kunstenaars. Maar ik begrijp de metafoor, de arbeider die ploetert en van alledaagse grondstoffen kunstwerken probeert te maken, met de hoop om uiteindelijk corrupte rijke mensen de juiste weg naar het licht te wijzen. Libeskind is er niet duidelijk over of hij vindt dat er sprake is van een verzoening, transformatie of zelfbewustwording. Een goede componist zou zeggen: het muziekstuk is niet af, want de harmonie blijft desonant. Ik bedoel hiermee: de opmerkingen van de Libeskind over de gelijkenis met László Tóth komen op mij onevenwichtig over.

Architect László TóthAfbeelding: Architect László Tóth als kolenschepper in gesprek met de corrupte Harrison Lee Van Buren. (Corbet, 2024)

“Ik vind ons gesprek intellectueel inspirerend,” zegt Van Buren tegen Tóth. De rijke man ziet de eeuwigheid weerspiegeld in het natuursteen dat oogt als sneeuw en licht reflecteert als ijs. Ik moest denken aan de kristallen van Krypton, de planeet waar Superman vandaan komt. Marlon Brando is de Jor-El, de vader van Superman, met een S op de borst. De S op zijn borst lijkt verdacht veel op een dollarteken.

SupermanAfbeelding: Warner Bros (1978).

De kristallen van Krypton breng ik in verband met de documentaire Super/Man (2024) over acteur Christopher Reeve. Deze documentaire is emotioneel complexer dan The Brutalist (2024). Reeve maakte samen met Brando Superman in 1978. De film was een hit. Meedere films volgden ook met succes, maar Reeve kreeg in het echte leven een ongeluk en kwam in een rolstoel terecht.

Reeve zegt zelf in de documentaire: “Wij Amerikanen geloven in Superman.” (Bonhôte & Ettedgui, 2024) En rijk Amerika is gul als een verlamde Reeve op het podium verschijnt en om donaties vraagt. Reeve geniet van de aandacht, hij wil graag winnen. Reeve chanteert echter zijn rijke collega’s op het moment dat hij in zijn rolstoel op het podium verschijnt. Reeve is Superman, maar hij hangt aan het kruis, als de figuur Christus, door zijn rolstol. De rijksten der aarde klappen voor hem, want hij was één van hen, maar nu niet meer.

Reeve wil genezen, maar dit lukt niet. Dit dwingt hem uiteindelijk tot bezinning en leidt bij Reeve tot een openbaring: een handicap maakt je als mens niet minderwaardig! In plaats van overwinnen wordt door Reeve de menselijke kwetsbaarheid benadrukt.

Met deze conclusie transformeert Reeve – in tegenstelling tot de Amerikaanse Jezus waarop de comic-held Superman is gebaseerd – tot een Europese versie van de held en een symbool voor de strijd tegen ongelijkheid tussen mensen, niet met superkrachten, maar met behulp van publieke voorzieningen, medicijnen, onderzoek en onderwijs.

Door het besef van deze transformatie kreeg ik tranen in mijn ogen. Dat Van Buren zichzelf ophangt, in het gebouw waarvan hij de opdrachtgever was, leidde tot niets en lag voor de hand. De architectuur sterft en transformeert banaal van een serene gotische kerk tot een duister en buitenproportioneel grafmonument van een verkrachter.

Dit leidde bij mij tot de conclusie dat de beroemde architect Libeskind, op ongelukkige wijze, het melodrama in deze film op een valse manier in verband brengt met zijn eigen werk. Zielig en miskend kan ik starchitect Libeskind niet vinden. Ik vermoed dat hij bedoelde te zeggen: achter de woorden van de Amerikaanse Onafhankelijkheidverklaring verschuilen zich mensen die zich gedragen als Harisson Lee Van Buren.

Bronnen:

Bonhôte, I. & Ettedgui, P. (2024). Super/Man. DC Studios.

Corbet, B. (Director). (2024). The Brutalist. Brookstreet Pictures.

Donner, R. (Director). (1978). Superman. Warner Bros.

Klein, N. & Taylor, A. (2025) Een duister, feestelijk fatalisme. De Groene Amsterdammer, 2025 (19).

Geraadpleegd op 15 september 2025 van:
https://www.groene.nl/artikel/een-duister-feestelijk-fatalisme

Libeskind, D. (2024, december 19). Why ‘The Brutalist’ resonated so deeply with me. Forward.com

Geraadpleegd op 15 september 2025 van:
https://forward.com/culture/film-tv/683740/the-brutalist-film-architecture-israel/

Lijster, L. (2025) Ideologie van het ongebreidelde verlangen. De Groene Amsterdammer, 2025 (21).

Geraadpleegd op 15 september 2025 van:
https://www.groene.nl/artikel/ideologie-van-het-ongebreidelde-verlangen