De maatregelen tegen de verspreiding van het corona-virus werden 23 maart 2020 opnieuw aangescherpt. De maatregelen dwingen ter bescherming van de volksgezondheid minder verplaatsingen van mensen af. De financiële gevolgen van deze maatregelen zijn drastisch en bijna niet te overzien, toch vindt de overheid deze maatregelen gerechtvaardigd.
Ik sprak naar aanleiding van deze maatregelen een economische kennis. We zitten aan een lange tafel met uitzicht op de stad. Op tafel staan twee koppen koffie. Uit de koppen komt de damp elegant omhoog slingeren. Buiten is de hemel strak blauw. De straten zijn uitgestorven. De zon schijnt. Achter het glas lijkt het buiten heerlijk warm, maar er waait een straffe wind. We horen geen vliegtuigen en zien geen condenssporen in de lucht. Vogels regeren over het luchtruim. Twee koolmezen komen op een voederbakje af. Ze pikken met hun snavel de zaden open. Het klinkt als zachtjes kloppen op een raam. Ze fluiten alsof de wereld van hun is.
We zitten vanzelfsprekend op 1,5meter afstand van elkaar. Hij is van middelbare leeftijd, heeft een paar grijze haren en zit met de handen over elkaar. Zijn haar is warrig met krullen, misschien komt dit door de wind buiten. Hij draagt een bril met een donker monteur, hij lijkt op een professor, maar kleedt zich er niet naar. Hij is meer een soort cowboy. Met een internetbedrijf heeft hij zijn kapitaal verdiend. Hij doet onderzoek en schrijft voor diverse tijdschriften. Voor zijn geld hoeft hij niet te werken.
Hij volgt het nieuws nauwgezet, maar kijkt naar het nieuws vooral door de bril van een analyticus met een groot hart voor het oplossen van de wereldwijde klimaatcrisis en sociaal economische ongelijkheid. Hij gelooft stellig in een progressief belastingstelsel, alhoewel het lijkt alsof hij met deze stelling zichzelf in de vingers snijdt. Zijn redenering is als volgt: een progressief belastingstelsel is in mijn eigen belang, want het verbetert de sociaal-maatschappelijke infrastructuur waar we allemaal, rijk of arm, afhankelijk van zijn. Hij noemt als voorbeeld investeringen in onderwijs, zorg, armoede, wegen, bruggen, dijken, schoon water, riool, elektriciteit, voedsel, bruggen, verwerking van afval, schone lucht en veiligheid. “Filantropie is aardig,” merkt hij op, “maar filantropie is geen duurzame oplossing voor collectieve voorzieningen noodzakelijk voor iedereen, arm of rijk.”
Ik vond zijn stellingname provocatief, maar was gefascineerd door zijn theorie van de klimaat-delta. Ik deed mijn best hem te volgen en besloot aantekeningen te maken. Ik laat hem zogezegd aan het woord door een samenvatting te geven van zijn betoog met als centrale vraag: wat is goud waard?
Voor veel mensen betekent dit een periode van financiële onzekerheid als gevolg van de corona-maatregelen. Zowel de overheid als de banken hebben hun mond vol over het feit dat ze voldoende kasreserve hebben om de financiële klappen op te vangen. Er wordt daarom gesproken over financiële steunmaatregelen voor de diverse sectoren die getroffen zijn door de maatregelen. Prima natuurlijk dat hier aandacht voor is, maar in werkelijkheid komt dit neer op een sigaar uit eigen doos.
Aan de andere kant zien we de resultaten van deze maatregelen voor het klimaat: minder vliegtuigen in de lucht, minder files op de snelwegen, minder auto-ongelukken, schonere lucht, minder vervuiling. Satellietbeelden van China laten een duidelijk verschil in stikstof zien tussen januari en februari 2020.
Afbeelding: verschil in uitstoot in China tussen januari en februari 2020, KNMI
Maatregelen voor economisch kwetsbare groepen blijken bespreekbaar of zelfs een concreet te worden uitgevoerd: betaald ziekteverlof voor werknemers, mensen worden niet uit huis gezet door de politie, de telefoon wordt niet afgesloten, en banken geven particulieren en bedrijven uitstel van betaling. Extra zorg voor daklozen is onderwerp van gesprek, komt bij: veel mensen zijn bereid een extra handje uit te steken. We zien positieve gevolgen voor het klimaat en positieve gevolgen voor economisch kwetsbare groepen. Dit duidt op solidariteit onder de mensen ten tijde van nood.
Daar staat het verschrikkelijk leed van de zieke mensen en sterfgevallen van het corona-virus tegenover. Ook is er psychologisch leed: mensen die hun baan verliezen, de onzekerheid van hun financiële situatie, eenzaamheid, angst voor besmetting en de zingeving die verdwijnt uit het dagelijkse leven van mensen, doordat ze geen werk hebben en zich niet nuttig of gewaardeerd voelen. Dit moeten we vooral niet vergeten. Tegelijkertijd kunnen we leren van deze realiteit.
Hoe we kunnen leren van deze realiteit, wil ik samenvatten door de vraag te stellen: wat is goud waard? Denk na over het antwoord op die vraag. “Wat de gek ervoor geeft,” hoor je iemand zeggen. De ander zegt: “De prijs van goud wordt door de markt bepaald, soms is goud iets meer waard, soms iets minder.” Goud spreekt bij iedereen tot de verbeelding: juwelen zijn van goud. Goud wordt gezien als een belegging. Goud symboliseert rijkdom. Je wint goud op de Olympische Spelen. Wie wint is goud waard.
En dus iets specifieker: wanneer ben je goud waard? Je kunt goud waard zijn voor een geliefde. Je kunt goud waard zijn als vrijwilliger, als verpleger, als klusjesman, als luisterend oor voor mensen die eenzaam zijn of pijn lijden. Dat wil zeggen: op basis van je inzet is er voor de ander sprake van meerwaarde. Goud dus.
Je kunt goud waard zijn voor een werkgever. Dat wil zeggen: je levert op basis van je arbeid geld op. Goud dus. Goud is concreet en abstract. Goud is concreet in de vorm van salaris, een financiële beloning. Goud is abstract in de zin van symbolisch, verbonden met solidariteit en een offer ten gunste van een ander.
Concreet betekent goud dat je wil groeien in je baan: dus je doet je best om ervoor te zorgen dat de baas het beste van je denkt. Als je goud waard bent voor het bedrijf, word je beloond. De werkgever moedigt je aan om hard te werken. En daarover worden afspraken gemaakt: van 9 tot 5. Er is een kantoor. Er is een werkplek. Je werkgever dwingt dit af, zodat het werk kan worden gecontroleerd, en de werkgever weet zodoende: ik beloon je terecht voor het werk, maar ik betaal niet teveel.
De corona-maatregelen dwingen tot een nieuwe werksituatie voor de werkgever. Het werk gebeurt nu thuis. Er is geen reistijd. Het contact verloop telefonisch, via whatsapp, viber, signal, skype, zoom, teams. Er zijn vele technische oplossingen beschikbaar. Toch merk je: de werkgever heeft de werknemer liever op kantoor, tegen het advies van de overheid. Waarom eigenlijk?
De werkgever heeft de werknemer liever op kantoor, want de werkgever wil maximaal rendement op zijn kapitaal door middel van arbeid. Het thuiswerken belemmert het traditionele controle-mechanisme van de arbeid. Dit controle-mechanisme is een drukmiddel op basis van een economisch belang: salaris in relatie tot verrichte arbeid. En tot op zekere hoogte is dit het goud van de werknemer. Op basis van salaris kan de werknemer in zijn levensonderhoud voorzien. Tegelijkertijd wordt er vooruit gekeken: inzet kan ook betekenen voor de werknemer dat het salaris kan groeien. Maar verschil met de werkgever is, het rendement op de arbeid van een werknemer is beperkt, want gebonden aan de afspraken in de CAO. In tegenstelling tot werknemer brengt de werkgever kapitaal in. Het rendement op het kapitaal van de werkgever wordt voor een groot deel bepaald door de loonkosten en de efficiëntie van het werk. Tussen 9 en 5 op kantoor beoordeelt de werkgever: beloon ik je terecht voor het werk dat je doet? Teveel betalen zou ten koste gaan van rendement op het kapitaal.
Werkt de werknemer thuis, dan verdwijnt dit traditionele controle-mechanisme. De werkgever moet maar geloven dat de werknemer aan het werk is en de afspraken worden nagekomen. Thuiswerken heeft voordelen: 1) de werknemer houdt meer vrije tijd over, want reistijd wordt hem of haar bespaard 2) de werknemer kan zijn tijd vrijer indelen, want kan de uren verder over de dag uitsmeren, of het werk nu tussen 9 en 5 of op een ander moment, bv in de avonduren wordt gedaan, hoeft niet uit te maken 3) als het resultaat voldoet, dan plukt de werknemer direct de vruchten voor het efficiënte werken, want houdt tijd over 4) voldoet het resultaat niet, dan kan de werknemer langer doorwerken, want is minder gebonden aan de beperkingen van een traditionele werksituatie.
Deze twee laatste punten benadrukken een transformatie van het traditionele controle-mechanisme bij de werkgever. Van een goed werkgever kunnen we verwachten dat hij op basis van ervaring kan inschatten of het verwachtte resultaat van de werknemer in de juiste verhouding staan tot te besteden tijd. Thuiswerken dwingt de werkgever het werk actiever aan te sturen op product in relatie tot te besteden tijd. Ik noem dit productgericht thuiswerken.
Dit productgericht thuiswerken heeft een verband met de gezondheid van de werknemer. Een goed werkgever draagt zorg voor de beste prestatie van zijn werknemer binnen de beschikbare tijd. Op deze manier raamt de werkgever de uren naar de opdrachtgever, en dit waarborgt voor de werkgever het voorspelde rendement. Lukt dit de werkgever niet, dan verschuift het risico in het traditionele controle-mechanisme veelal naar de werknemer: hij of zij werkt over. Maar dit is foutief management, de werkgever had de uren en producten beter moeten ramen op basis van de capaciteiten van de werknemers. Het risico van zijn investering schuift hij af op zijn werknemers, en zo is het in feite makkelijk investeren. Natuurlijk, foutief management kan de werkgever geld kosten. In dit voorbeeld is het kapitaal goud waard, dat wil zeggen: heilig verklaard. De werknemer is dat niet, terwijl zonder zijn inzet sowieso niets tot stand komt. En voor je het weet heeft de werknemer een burn-out, daar is niemand mee gediend.
Kortom: thuiswerken betekent een transformatie van een traditionele controle-mechanisme (opzitten tussen 9 en 5) naar een per tijdseenheid (een uur, een dag etc) product gestuurd controle-mechanisme, waarbij meer nadruk ligt op de capaciteit van de werkgever om product gestuurd te delegeren.
Ik kom terug op vraag: wat is goud waard? Stel: voor de werkgever is het kapitaal goud. Twee factoren spelen een rol in de zoektocht naar rendement voor het kapitaal van de werkgever: arbeid en transport. Arbeid is de inzet van de werknemer en werkgever ten gunste van het productieproces, transport is het verplaatsen van de grondstoffen, (eind)producten en het verplaatsen van de arbeiders zelf. Maar we weten met de hulp van econoom Thomas Piketty dat het rendement op kapitaal historisch groter is dan op arbeid. Dus als kapitaal goud is, worden de rijken vanzelf rijker: ongelijkheid neemt vanzelf toe. Dit verbeeld ik met een eenvoudig driehoek, waarbij de groei van kapitaal wordt gedragen door de factoren transport en arbeid. Grondstoffen laten we in dit model buiten beschouwing. We noemen dit model de ‘neo-liberale driehoek’.
Uitgangspunt van deze driehoek is dat de twee factoren arbeid en transport, de groei van het kapitaal bepalen. Het kapitaal is zowel een doelstelling voor de werknemer als werkgever. Voor de werknemer in de vorm van salaris, voor de werkgever in de vorm van rendement. Vooruitgang betekent voor beiden: groei van het kapitaal. Groei van het kapitaal wil zeggen: wat goed is voor de economie, is goed voor iedereen. Dit leren we als we geld uitgeven. Geld uitgeven zien we als een beloning, maar ook als een gemeenschappelijke dienst: we steunen de economie. We vergeten echter: ongelijkheid neemt vanzelf toe.
Deze driehoek kunnen we daarom politiseren, want de overheid is gebonden aan deze driehoek als het gaat om arbeidsproductiviteit en (belasting)inkomsten. Kapitaal in deze driehoek vertegenwoordigt de overheidsbegroting en de begrotingsdiscipline die parlementair is vastgesteld op basis van de verkiezingen. Welke bestedingen, en welke inkomsten daar tegenover moeten staan ten behoeve van algemene voorzieningen, bepalen we democratisch op basis van verkiezingen.
Nood breekt wet, of beter: begrotingsafspraak. Want de maatregelen tegen de verspreiding van het corona-virus zijn noodzakelijk ter bescherming van de volksgezondheid, ook als dit in strijd is met de begrotingsafspraken van het regeerakkoord. Wat is goud waard? In dit geval gaat de volksgezondheid voor, ten koste van arbeid, transport en kapitaal. Het welzijn van ons volk is dus goud waard in deze periode van corona-maatregelen. We houden over arbeid en transport als onderdeel van vitale beroepen en werk dat niet onder de maatregelen lijdt. Hieronder een bewerking van de driehoek, we noemen dit model de ‘corona-driehoek’.
De gezondheid van het Nederlandse volk heeft in deze lastige tijd van corona-maatregelen de hoogste prioriteit, want de ziekte vraagt teveel capaciteit van onze medische voorzieningen en dit heeft gruwelijke gevolgen voor de mensen die besmet raken en medische hulp nodig hebben. Sinds vrijdag 13 maart werken we daarom thuis, transport en vliegverkeer over de grens wordt geminimaliseerd, horeca wordt gesloten, scholen zijn dicht, bijeenkomsten worden verboden, we moeten 1,5 meter afstand houden.
Velen zien het virus als een tijdelijke indringer, want het verstoort de neo-liberale driehoek en de wijze waarop we onze economie hebben ingericht. We zien de corona-driehoek als een tijdelijke beperking voor de groei van de economie. We stellen onze prioriteiten tijdelijk bij. In feite wordt dit afgedwongen, want sinds 23 maart wordt er gehandhaafd met boetes en snelrecht.
De algemene gedachte is: we kunnen pas vooruit als het virus uit onze neo-liberale driehoek is verbannen en de beperkingen zijn opgeheven. Dit betekent dat we terugkeren naar de politieke realiteit waarbij de milieuvervuiling maximaal wordt opgevoerd binnen de grenzen van de milieuwetgeving: de grenzen gaan open, de auto wordt gestart, de kinderen kunnen naar school, sport, horeca en cultuur komen weer op gang, vliegtuigen gaan weer de lucht in, vakanties worden gepland etc. De neo-liberale driehoek is hersteld. De opoffering die de corona-crisis van ons allen vraagt, wordt opgeheven. De solidariteit die nu van ons wordt gevraagd verdwijnt: de neo-liberale driehoek staat garant voor minimale solidariteit ten gunste van het kapitaal. Een maatregel wordt gezien als een beperking, niet als noodzaak. Dit betekent dat we kiezen voor de stelling: wat goed is voor de economie, is goed voor iedereen, maar binnen de beperkingen van de wet. Dat wil dus zeggen: goed voor iedereen, voor zover de wet ons dat verplicht. Dit is een stap terug ten aanzien van onze sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid en de wijze waarop we deze sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid democratisch organiseren. De VVD denkt daar anders over.
Dit verklaart waarom de VVD de snelheidsverlaging naar 100 een “rotmaatregel” noemde in het kader van milieu-maatregelen. “(…) een rotmaatregel waar de VVD geen voorstander van is.” Tegelijkertijd stelt de partij: “Maar we kunnen ons niet veroorloven om ons stokpaardje koste wat het kost te behouden.” Let op: de rechter moest eraan te pas komen om dit stokpaardje omver te werpen. Kort gezegd: wat goed is voor de economie, is goed voor iedereen, voor zover de wet ons dat verplicht.
Afbeelding: campagne van de VVD naar aanleiding van de snelheidsverlaging naar 100
We zien echter met de corona-maatregelen dat het mogelijk is: een overheid die besluiten neemt met het oog op de gezondheid van ons allen en solidariteit van ons verlangt. Tegelijkertijd begrijpt deze overheid heel goed dat deze maatregelen economische gevolgen heeft voor bepaalde beroepsgroepen en sectoren. De overheid komt daarom met steunmaatregelen. Anders gezegd: er bestaat dus een alternatief voor de neo-liberale driehoek; in plaats van het bestrijden van het corona-virus gaat het om maatregelen ten gunste van het klimaat. Steunmaatregelen zijn dan noodzakelijk voor die beroepsgroepen en sectoren die economisch lijden onder de gevolgen van deze maatregelen. De klimaatcrisis wordt gezien als indringer van de neo-liberale driehoek zoals het corona-virus. Een beter klimaat vraagt echter om permanente maatregelen. En we weten inmiddels met zekerheid dat het neo-liberale model met als doelstelling het kapitaal, niet leidt tot nemen van de juiste en noodzakelijke maatregelen ten gunste van ons klimaat. Economische groei is geen oplossing voor het klimaat.
Hieronder een bewerking van de neo-liberale driehoek met de verbetering van het klimaat als doelstelling ten gunste van de volksgezondheid. Een ander woord voor driehoek is delta. In de traditie van de Nederlandse Delta-werken naar aanleiding van de Watersnoodramp in 1953, zouden we dit model dus tot klimaat-delta kunnen dopen.
Deze klimaat-delta representeert een politiek die begrijpt dat we solidair moeten handelen om ons leefmilieu te verbeteren. Dat wil zeggen: meer thuiswerken, minder transport, minder toerisme, milieu-bewuster consumeren en financiële steun voor de sectoren die lijden onder deze klimaatregels. Dit betekent ook een progressieve belasting op kapitaal en milieuverontreinigende productie. Want wat slecht is voor het milieu, is slecht voor iedereen. Hogere belastingen maken het mogelijk dat onze sociaal-maatschappelijke infrastructuur wordt verbeterd, waar we allemaal, rijk of arm, afhankelijk van zijn.
Bovendien representeert deze klimaat-delta dat we met zijn allen accepteren dat arbeid op een andere manier verdeeld moet worden, dat er minder wordt gewerkt door meer mensen, dat we bereid zijn persoonlijke maatregelen in acht te nemen en ons consumptie-gedrag aanpassen. Ik kom terug op mijn oorspronkelijk vraag: Wat is goud waard? Een verbetering van het klimaat vraagt om vergaande maatregelen vergelijkbaar met het corona-virus. Economische groei volgens het oude model van de neo-liberale driehoek is niet de oplossing: dit model vergroot sociale ongelijkheid en minimaliseert solidariteit.
Afbeelding: bewerking van de VVD-campagne op basis van klimaatregels
De realiteit van de corona-crisis leert ons een belangrijke les: gezondheid is goud waard voor iedereen en dit geldt ook voor ons klimaat. Als we dit met zijn allen vinden, betekent dit in de politiek een noodzakelijke transformatie van neo-liberale driehoek tot klimaat-delta, anders gezegd: de noodzaak voor een Eco-Deltaplan als stokpaardje.
BRONNEN:
Elffers, C. (2020). Beurstrekkers: zin om te betalen. VPRO Gids, 2020 (13), 29-31.
Engelen, E. (2020, 5 maart). Radarwerk. De Groene Amsterdammer, 2020 (10), 9.
Ieven, B. & Overwijk, J. (2020, 19 maart). Dit is de normale orde. De Groene Amsterdammer, 2020 (12), 16-17.
VVD (2020). Stikstofmaatregelen. Geraadpleegd op 25 maart 2020 van, https://www.vvd.nl/stikstofmaatregelen/
Wallace-Wells, D. (2019). The Uninhabitable Earth. New York: Tim Duggan Books.