Ontwerpen heeft een experimenteel karakter. Experimenteren betekent proeven doen: testen. Tijdens dit proces van proeven doen kan heel veel fout gaat, en daar gaat het nu juist om. “In fact, I actively train my students that when they make a mistake, they are to lift their arms in the air, smile, and say, “How fascinating!” (Zander, 2000, 31) Fout is goed, want een vooruitzicht om te leren.

De ervaring leert dat veel studenten ontwerpen zien als een proces waarbij de perfecte oplossing voor een probleem in korte tijd moet worden gevonden en bij voorkeur door het mysterie van de inspiratie. De realiteit van het ontwerpen is een zoektocht van omzwervingen en verkenningen, waarbij de juiste oplossing wordt gevonden door hard werken aan de hand van geduldig en nauwkeurig onderzoek. Fouten maken is een onderdeel van dit proces, ook voor een ervaren ontwerper. Fouten maken geeft aanleiding tot associaties en interpretaties waardoor we innoveren, dit wil zeggen: nieuwe oplossingen bedenken voor (ontwerp) problemen.

FIXATIE

Naast het fouten maken als onderdeel van het ontwerpproces, speelt ook fixatie tijdens het ontwerpen een rol van betekenis. Een ingeving voor een concept of oplossing kan leiden tot vasthouden aan dit uitgangspunt: ook als blijkt na diverse experimenten dat dit uitgangspunt tot onverwachte problemen en tekortkomingen leidt. In zekere zin is fixatie een vorm van (onbewust) niet toegeven aan een fout of probleem: blij als we zijn met de ingeving of vondst. We houden vast aan een gevoel van geruststelling en (zelf) overwinning. Want veronderstel dat we geen betere oplossing vinden, dit betekent dat we opnieuw moeten beginnen. Dan zijn we terug bij af, alsof we niets hebben bereikt.

PARANOÏDE LAB

Van het ontwerponderzoek maken we een verslag met schetsen, tekeningen, referentiebeelden, (computer) modellen en maquettes. Dit is ons laboratorium, een geschiedenis van een ontwerpproces. We hoeven niet bang te zijn om opnieuw te beginnen, want over de (ontwerp) geschiedenis kunnen we vertellen. We kunnen vertellen over onze ontdekkingen en de fouten die we hebben gemaakt om het ontwerpprobleem goed op te lossen: fout is goed. Op paradoxale wijze genezen we ons van de fixatie om het goed te doen; we genezen onszelf van de waan dat we geen fouten mogen maken met een zelfversterkend, in zekere zin paranoïde effect. Het laboratorium functioneert als therapie tegen de creatieve fixatie van de perfecte oplossing, met als paradoxaal doel de perfecte oplossing uiteindelijk te vinden.

DE PARANOÏDE-KRITISCHE METHODE

De Spaanse kunstenaar Salvador Dali (1904 – 1989) formuleerde de paranoïde-kritische methode als volgt: “the spontaneous method of irrational knowledge based on the critical and systematic objectifications of delirious associations and interpretations…” (Koolhaas, 1994, 237) Met andere woorden: een objectiverende methode van waanzinnige of koortsachtige interpretaties en associaties. De definitie van Dali is absurd, want de ironie van de de paranoïde-kritische methode is dat we onszelf door de paranoïde arbeid genezen verklaren.

PROTHESE

Het mensbeeld van de paranoïde denker is simpel: ‘ja’ zeggen tegen alles wat tegenstrijdig is met het verstand door de inzet van een rationele prothese. Kijken we naar een tekening van Dali ter illustratie van paranoïde-kritische methode, dan zien we een stomp hulpeloos lichaamsdeel dat wordt ondersteund door een kruk. De kruk is een prothese voor het hulpeloze lichaamsdeel. Wat eerst overbodig leek, wordt nuttig verklaard. Fout is goed: de verwonding leidt tot nieuwe levensvreugde en trots.

Afbeelding uit: Delirious New York (Rem Koolhaas), pagina 236.

GEWAPEND BETON

De paranoïde denker is een hardheidsfilosoof, hij denkt in gewapend beton met als motto: wat wij nodig hebben is een brij en een blok, “… a mouse-gray liquid with the subtance of womit, held up by steel reinforcements calculated according to the strictest Newtonian physics; infinitely malleable at first, then suddenly hard as rock.” (Koolhaas, 1994, 248) De beton is zacht en een muisgrijze vloeistof totdat het uithardt als een rots. De bekisting heeft de functie van een rationele prothese als een mal voor elke denkbare vorm.

DRIE PUNT NUL TWEE

“Wat denkbaar is, is ook mogelijk.” Dit stelde Ludwig Wittgenstein in zijn beroemde Tractatus logico-philosophicus. (Wittgenstein, 1973, 25) Alles wat, de door Wittgenstein als zeer deskundig beschouwde lezer toch al wist, heeft Wittgenstein in dit filosofisch tractaat weggelaten, alsof er opzet in het spel is geweest. In een brief aan zijn leermeester Bertrand Russell schreef Wittgenstein: “Je weet hoe moeilijk het voor me is over logica te schrijven. Dat is ook de reden waarom mijn boek zo kort is en bijgevolg zo duister. Maar daar kan ik niets aan doen.” (Wittgenstein, 1973, 157) Stelling 3.02 was aanleiding voor W.F. Hermans tot een literaire omkering van Wittgensteins filosofie, hij schreef over een God die Denkbaar heet.

CHINESE WIJSHEID

“Espresso zonder stoom gemaakt is beter; dit wordt beweerd door de fabrikanten van koffiemachines die werken zonder stoom. Iets beweren zonder te spreken. A zeggen door over B te praten. Chinese wijsheid. Faëma – Milano. In het spiegelglas achter de machine viel sneeuw.” (Hermans, 1956, 10)

ZEVEN

In een brief aan Gerard Reve verklaart Hermans zich nader over zijn boek De god Denkbaar Denkbaar de God: “Beschouw het als een geschreven tekenfilm. (…) Iedereen die zich bij het lezen houdt aan wat er letterlijk staat (Doorhalen wat niet verlangd wordt, het bedrag in cijfers) en geen toespelingen of bedoelingen zoekt die er niet in zijn, kan het begrijpen.” (Hermans & Reve, 2008, 222) Met De God Denkbaar Denkbaar de God is de paranoïde-kritische methode literatuur geworden, zie de paranoïde-kritische methode als een eindeloos resonerend diapositief van de laatste stelling nummer 7 uit Wittgensteins Tractatus: Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen. (Wittgenstein, 1973, 153)

CREATIEF OVERLEVEN I

De paranoïde-kritische methode is een creative overlevingsstrategie van divergent en convergent denken. Divergent wil zeggen: de eindeloze (paranoïde) creatie van analogieën, speculaties, patronen en ideeën. Convergent wil zeggen: bewuste (kritische) keuzes maken om tot een focus van samenhangende beelden te komen. Zie hieronder een illustratie van dit proces.

FOUT IS GOED

De artistieke paranoïa van Dali heeft een verband met de theorie van de analoge stad. De Italiaanse architect Aldo Rossi (1931 – 1997) beschreef deze theorie aan de hand van een schilderij gemaakt door de Italiaanse veduta schilder Canaletto (1697 – 1768) getiteld: Capriccio con edifici Palladiani. (Rossi, 1990, 133) We zien een reproductie van een Venetiaans stadsgezicht. Links het Palazzo Chiericati, midden de Ponte di Rialto en rechts de Basilica, naar het ontwerp van Andrea Palladio (1508 – 1580). Het Palazzo Chiericati en de Basilica staan in Vicenza en niet in Venetië. De Ponte di Rialto van Palladio is niet gerealiseerd.

Afbeelding: Galleria Nazionale di Parma (Canaletto: Capriccio con edifici Palladiani).

“The three monuments, of which one is only a project, constitute an analogue of the real Venice architecture and that of the city itself. The geographical transposition of the two existing monuments to the site of the intended bridge, forms a city recognisably constructed as a locus of purely architectonic values.” (Rossi, 1990, 133)

Voor wie niet beter weet, is dit het stadsgezicht van de Ponte di Rialto in Venetië. De afbeelding legt een associatief verband met de werkelijkheid: de twee gebouwen van Palladio uit Vicenza en de locatie van Ponte di Rialto in Venetië. Deze paranoïde associatie van bestaande gebouwen leidt door een kritische keuze, dat wil zeggen: een slimme combinatie met de bestaande locatie van de Ponte di Rialto in Venetië, tot een afbeelding van analoge architectuur alsof het werkelijk is. Fout is goed.

PARANOÏDE-KRITISCHE ARCHITECTUUR

Rossi’s analoge stad is een bewerking van de literaire ambities die René Daumal heeft beschreven in zijn postuum gepubliceerde roman De analoge berg: “Er was in de manier van denken van deze man, evenals in zijn hele optreden, een wonderlijk mengsel van manlijke rijpheid en kinderlijke onbevangenheid. Maar bovenal voelde ik, zoals ik naast mij zijn beweeglijke en onvermoeibare benen voelde, zijn geest als een kracht die even waarneembaar was als warmte, licht en wind. Die kracht was een uitzonderlijk vermogen om de gedachten te zien als feiten buiten hemzelf, en nieuwe banden te scheppen tussen gedachten die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hadden.” (Daumal, 1952, 19-20)

Afbeelding uit: De analoge berg (René Daumal), pagina 50.

De onbevangenheid van een kind wordt hier verbonden met de volwassen reflectie en vitale ervaring van het reizen in de bergen. De analoge berg is een symbolische berg van een paranoïde-kritische activiteit: bergklimmen. Daumal transformeert bergklimmen tot literair uitvinden. Rossi vertaalt dit literair uitvinden van Daumal tot een ontwerpmethode van analoge architectuur: “Writing on that subject [analogical city] I stated that it was mainly a matter of a logical-formal operation that could be translated as a design method.” (Rossi, 1990, 133)

We kunnen Rossi’s ontwerpmethode van analoge stad begrijpen als een methode van paranoïde-kritische architectuur. Rossi verbindt het alledaagse leven met thema’s die universeel zijn. Dit is – overeenkomstig met Dali – een methode van waanzinnige of koortsachtige interpretaties en associaties. Rossi objectiveert deze methode door een kritisch verband te leggen met de geschiedenis van de stad en haar architectuur: zie Rossi als een Dali van de stad. Daumal vat zijn methode als volgt samen: met de symboliek van de analoge berg dringen we door tot “…de [symbolische] weg die de Aarde met de Hemel verbindt”. (Daumal, 1952, 13)

CREATIEF OVERLEVEN II

Artistiek dualisme tussen divergent en convergent denken is de essentie van de paranoïde-kritische methode: de divergente (paranoïde) blik op de wereld en convergente (kritische) focus om tot samenhangende beelden te komen. Voorbeelden van dit artistieke dualisme vinden we in werk van Hermans (literatuur), Rossi (architectuur) en Dali (kunst).

Afbeelding: Salvador Dali Museum, St. Petersburg, Florida (Dali: The Discovery of America By Christopher Columbus).

“Columbus depicted a split second before his two theses – the correct one that the world is round and the incorrect one that he had reached India – were established as “facts” by the imprint of his footstep on the shore. (…) From that moment, the natives became “Indians”- fabricated evidence that their discoverer had indeed reached India, fingerprints of a speculative error.” (Koolhaas, 1994, 243-245) De eerste stelling van Columbus was juist: de wereld is rond. De tweede stelling was fout: hij had India bereikt. De oorspronkelijke bewoners werden “Indianen” genoemd met catastrofale gevolgen, alsof met deze actie een schandelijke fout kon worden weggepoetst.

Columbus wordt afgebeeld als een jonge adonis, een herrijzende god, een wonderlijk mengsel van manlijke rijpheid en kinderlijke onbevangenheid. Het kruis transformeert tot speer: een dualiteit van ontdekken en vernietigen. Deze dualiteit reikt tot in de hemel als een symbolische weg die de Aarde met de Hemel verbindt. De afbeelding is een eerbetoon, maar ook een commentaar.

BRONNEN:

Daumal, R. (1975) De analoge berg (J. Tuin, vert.). Amsterdam: Meulenhoff. (Origineel werk gepubliceerd in 1952)

Hermans, W. (1956). De God Denkbaar Denkbaar de God. Amsterdam: Uitgeverij G.A. van Oorschot.

Hermans, W. & Reve, G. (2008). Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel. Een briefwisseling. Amsterdam: De Bezige Bij.

Koolhaas, R. (1994). Delirious New York. Rotterdam: 010 Publishers. (Origineel werk gepubliceerd in 1978)

Rossi, A. (1990). An Analogical Architecture. In H. Watson, & A. Papadakis (Reds.). New Classicism (132-135). The Hague: Sdu Publishers.

Wittgenstein, L. (1973). Tractatus logico-philosophicus (W. F. Hermans, vert.). Amsterdam: Polak & Van Gennip. (Origineel werk gepubliceerd in 1918)

Zander, R. & Zander, B. (2000). The Art of Possibilities. London: Penguin Books.